Floor (37 jaar) uit Zeist heeft sinds haar 19e af en aan last van pijn in haar han­den. Diver­se ope­ra­ties voor car­paal tun­nel­syn­droom had­den geen effect. Toen ze voor de der­de keer lang­du­rig uit­viel, werd voor het eerst de term ‘chro­nisch pijn­pa­ti­ënt’ genoemd. Hier­door ging ze haar klach­ten heel anders benaderen.

Hoe kwam je tot het inzicht dat je niet alles hoeft op te lossen?

Floor:

“Ergens wist ik het al lan­ger, dat die pijn nu een­maal bij mij hoort. Maar het werd pas echt dui­de­lijk toen ik na járen voor het eerst bij een pijn­po­li kwam en de arts daar tegen me zei: ‘Je bent chro­nisch pijn­pa­ti­ënt.’ Het klinkt mis­schien gek, maar dat gaf voor­al rust. Haar dui­de­lijk­heid was voor mij de key naar suc­ces. Het is natuur­lijk heel klo­te om met pijn te moe­ten leven, maar het is ook wat het is. We zijn in onze maat­schap­pij zo gewend dat iets wat kapot is direct ver­van­gen moet wor­den. En als er iets mis is, dan los­sen we het op. Maar dat kan en hóeft dus niet altijd, want het leven ís hele­maal niet maak­baar. Dat besef heeft mij erg gehol­pen. Ik stop­te met zoe­ken naar oplos­sin­gen en begon te kij­ken hoe ik bin­nen de kaders van mijn klach­ten mijn leven kon verbeteren.

Wat veranderde er door dit inzicht?

Ik heb voor mezelf een eer­ste­lijns reva­li­da­tie­pro­gram­ma samen­ge­steld. Dat gaf me de ruim­te om echt af te stem­men op mijn eigen behoef­tes, met vol­doen­de tijd om te oefe­nen, na te den­ken, ver­driet te heb­ben. Ik leer­de dat mijn her­se­nen anders rea­ge­ren: door mijn chro­ni­sche pijn­klach­ten raakt mijn hele zenuw­stel­sel over­prik­keld. Het rea­geert niet ade­quaat op pijn­prik­kels, maar wordt ook over­ge­voe­lig voor ande­re prik­kels, zoals geluid en druk­te. Mijn zenuw­stel­sel blijft altijd ‘aan’ staan en gaat niet meer van­zelf ‘uit’. Daar­om moet ik ervoor zor­gen dat het regel­ma­tig tot rust kan komen door rust in te bouwen.
Waar ik voor­al veel aan heb gehad is ergo­the­ra­pie, wat ik voor­af nooit had gedacht! Ik dacht dat dat was voor aan­ge­pas­te bor­den en bestek, en die had ik niet nodig. Maar het bleek ook te gaan over balans en belast­baar­heid en het ver­de­len van je ener­gie. Ik leef nu met een papie­ren agen­da. Die ligt altijd open op tafel en met ver­schil­len­de kleu­ren geef ik mijn pro­gram­ma aan, zowel werk als pri­vé. Ik heb geleerd om voor­uit te kij­ken, mijn ener­gie beter te ver­de­len en soms nee te zeg­gen tegen leu­ke din­gen. Als ik de hele dag moet wer­ken, ga ik daar­na niet meer bij iemand eten. En ik zet ’s avonds op een vas­te tijd alles uit inclu­sief de tv en pak een boek.
Door zelf de regie te nemen ga je zien dat er ook veel wél kan. Inmid­dels heb ik veel min­der pijn en min­der last van over­prik­ke­ling en voel me weer vol­le­dig onder­deel van het leven. Ik werk nu als docent ver­pleeg­kun­de bij de Hoge­school Utrecht en ben gestopt met mijn werk als ver­pleeg­kun­di­ge op de ic-neo­na­to­lo­gie. Deze ver­an­de­ring kwam niet direct door mijn klach­ten, maar heeft ach­ter­af wel heel goed uit­ge­pakt. Ik kan nu veel flexi­be­ler mijn tijd inde­len, hoef niet meer de hele dag ‘aan’ te staan en er zit meer rust in mijn pro­gram­ma. Maar ik kan geluk­kig nog steeds mijn lief­de voor het mooie vak van ver­pleeg­kun­di­ge kwijt.”

Tip van Floor bij een Leven 2.0

Plan­nen met een papie­ren agen­da heeft Floor veel gebracht. Floor: “En ik vind het nog leuk ook! Ik gebruik nu een mooie agen­da van Struc­tuur­jun­kie met een fij­ne inde­ling: de hele week inclu­sief de avon­den en het week­end in één keer in beeld, heel han­dig.” Struc­tuur­jun­kie geeft ook tips en trainingen.